Waarom is humor zo belangrijk in de politiek?

3 minuten

Het is wel begrijpelijk: de ondoorgrondelijke problematiek die politieke leiders op hun bordje krijgen, zorgt bij hen voor een gespannen gemoedstoestand. Een bijeenkomst van politici staat dan ook garant voor een verzameling uitgestreken gezichten, grijze pakken en humorloze conversaties. Dat is zonde, want humor kan een belangrijke bijdrage leveren aan een gezond politiek en maatschappelijk klimaat. WRM is humor zo belangrijk in de politiek?

De comedian als staatsman
Alle succesvolle politici uit het verleden brachten een bepaald soort humor mee naar de politieke arena. Met andere woorden: een goede politicus is tevens een overtuigende comedian. De laatste jaren is er een trend zichtbaar geworden die doet vermoeden dat het ook andersom werkt: een goede comedian is ook bedreven in het politieke spel. Er zijn opvallend veel comedians die op succesvolle én serieuze wijze de politiek zijn ingegaan. Niet zomaar voor shits and giggles, maar met een welgemeende boodschap, oprechte politieke ambitie en vaak een grote potentiële achterban. Zo heeft voormalig Saturday Night Live-comedian Al Franken sinds 2009 een plek in de Amerikaanse Senaat en heeft de Italiaanse komiek Beppe Grillo op succesvolle wijze zijn anti-Europese Five Star Movement (M5S) opgericht. Met meerdere succesvolle verkiezingsuitslagen is M5S een serieuze oppositiepartij in de Italiaanse politiek geworden. De Franse comedian Dieudonné M’bala M’bala, controversieel vanwege zijn antisemitische opmerkingen, is samen met een voormalig lid van het Front National bezig met de oprichting van een politieke partij. De bekendste grappenmakers met politieke ambities komen echter uit Engeland. De alom geroemde Eddie Izzard is bijvoorbeeld in the picture om in 2020 voor Labour mee te doen aan de Londense burgemeestersverkiezing. Daarnaast wil Russel Brand, die zich de laatste jaren bijzonder geëngageerd heeft getoond, naar verluidt al in 2016 meedoen aan deze strijd voor het burgervaderschap.

In Time Magazine presenteert journaliste Catherine Mayer de toenemende actieve politieke participatie van comedians als een zorgwekkende trend. Volgens Mayer worden harde, populistische boodschappen verpakt als onschuldige grappen en grollen. De politieke grappenmakers spelen in op dezelfde populistische sentimenten, die de voedingsbodem vormen voor het succes van nationalistische bewegingen. De opkomst van de anti-establishment funnyman (zoals de Brit Nigel Farage) is volgens haar daarom allesbehalve grappig. Hoewel Mayer in sommige gevallen gelijk heeft, mist ze de positieve kant van dit fenomeen. De politieke ambities van comedians zijn in een bepaald opzicht namelijk een zege voor het politieke en maatschappelijke debat.

Humor als politieke ontlading
Er zijn genoeg redenen om het huidige politieke en maatschappelijke klimaat overspannen te noemen. De Wilderiaanse manier van debatvoering, de nog altijd prominente en gevoelige integratiethematiek en onze eigenschap om elke collectieve discussie te laten verzanden in een kakofonie van ongefundeerde meningen (de recente Zwarte Pietendiscussie als perfect voorbeeld). Rob Wijnberg legt een direct verband tussen dit grimmige Nederlandse klimaat en het gebrek aan humor en satire: men kan niet meer relativeren. Met zijn relativerende werking is humor daarom essentieel. Om deze heilzame werking van humor te begrijpen, moet er antwoord gegeven worden op de vraag WRM mensen lachen. De lange filosofische traditie om humor te duiden, heeft grofweg drie theorieën opgeleverd. De superioriteitstheorie ziet een grap als een plotseling gevoel van verhevenheid. Deze visie, terug te vinden in het werk van onder andere Aristoteles en Hobbes, beschouwt humor als een soort leedvermaak. Kant en Schopenhauer halen de incongruentietheorie aan: humor ontstaat wanneer er een bepaald verwachtingspatroon wordt doorbroken (een incongruentie). Hoe groter en onverwachter de incongruentie, des te harder de lach, zo luidt de gedachte. De derde theorie, met Sigmund Freud als voornaamste aanhanger, is de ontladingstheorie. Die stelt dat lachen wordt veroorzaakt door de ontlading van sociale, psychische of fysieke spanning. We lachen omdat we angst of spanning kwijtraken. Denk aan Hans Teeuwen, die met absurde typetjes en langdradige scènes een ongemakkelijke sfeer creëert, wat hij uiteindelijk laat ontladen in gelach.

Vooral de laatste theorie verschaft inzichten over de functionaliteit van humor. De lach is in staat om emoties op te heffen. Het kan een relativerend en bekoelend effect hebben tijdens verhitte en emotionele maatschappelijke en politieke discussies. Ja, misschien hebben sommige comedians een wat populistische en ongenuanceerde mening, maar Mayers vergelijking met nationalistische volksmenners loopt spaak. In tegenstelling tot de polariserende werking van laatstgenoemden, bezitten comedians namelijk het vermogen om het zieke politieke en maatschappelijke debat te voorzien van een ideaal medicijn: een gezonde dosis relativerende humor. De mogelijkheid om fundamentele debatten te voeren zonder gespannen sfeer is een groot goed. Wanneer er in Nederland een grootmeester van de lach het theater wil inwisselen voor de politieke arena, verdient diegene daarom een staande ovatie ter aanmoediging.

Meer lezen?
Rob Wijnberg (2010), ‘Het gebrek aan satire wreekt zich.’ In: En mijn tafelheer is Plato.
G.M.M. Kuipers (2001), ‘Goede humor, slechte smaak: De sociologie van de mop.’ http://dare.uva.nl/record/1/198126

Hoeveel liefde voor dit artikel?
**** 1vote
Thanks! We zullen er meer liefde in stoppen.

Zonder vragen geen antwoorden!
Bij het WRM magazine onderzoeken we dagelijkse fenomenen waarvan we weten dat ze zo zijn, maar nog niet waarom ze zo zijn.

Alles over WRM? Magazine

Abonneer

Abonneer je nu op de WRM? Nieuwsbrief!