Waarom hebben de Verenigde Naties nog niet ingegrepen in Syrië?

5 minuten

Op 22 januari 2014 zal er een internationale vredesconferentie gehouden worden om het schrijnende conflict in Syrië een halt toe te roepen. Althans, er zal hier onder leiding van de VN gepoogd worden om de hostiliteiten tussen de Syrische regering en de oppositiepartijen te stoppen. Het voornaamste doel van deze conferentie is dan ook het vormen van een transitieregering. Aangezien de rake klappen al meer dan duizend dagen vallen en het conflict het land verwoest achterlaat wordt er vanuit de internationale gemeenschap pessimistisch naar deze conferentie gekeken. Maar, WRM is er eigenlijk door de VN nog niet militair ingegrepen in Syrië?

Normaal gesproken ben ik niet altijd een even grote voorstander van militaire interventie. Naast het feit dat het principe van kwaad met kwaad vergelden nooit de juiste oplossing kan zijn, is het soms maar beter om je niet te mengen in bepaalde brandhaarden. Zo had ik dit in eerste instantie ook met Syrië, maar nu niet meer. Er waren enkele berichten in de afgelopen weken die instompten op mijn visie omtrent dit probleem.

Als eerste werd bekend dat het Syrische regeringsleger, van President Bashar al-Assad, gebruik maakt van zogenaamde ‘vatenbommen’. Dit zijn olievaten gevuld met de springstof TNT en worden vanuit helikopters gedropt. De grootste stad van Syrië, Aleppo, werd drie dagen op rij gebombardeerd met deze zogeheten ‘vatenbommen’. Volgens activisten wil President Assad voor de vredesconferentie in Geneve nog even laten zien hoe sterk hij is. Eindstand; meer nodeloze doden en gewonden.  Terwijl de internationale gemeenschap, onder leiding van de VN, bezig is met het vernietigen van de chemische wapens van Assad wordt de grootste stad van Syrië bestookt met olievaten vol TNT. Dit vind ik raar. Waar blijft het ingrijpen met harde hand?

Het wordt mooier. VN-mensenrechtenhoofd Navi Pillay kondigde twee weken geleden aan dat President Bashar al-Assad direct in verband gebracht kan worden met oorlogsmisdaden. Het is voor het eerst dat zij Assad bij naam noemt in het VN onderzoek naar oorlogsmisdaden in Syrië. Gekeken naar het primaire doel van de VN zou dit grond kunnen vormen voor een militaire interventie. Artikel 1, lid 1, van de UN Charter leert ons namelijk het volgende:

The Purposes of the United Nations are:

1. To maintain international peace and security, and to that end: to take effective collective measures for the prevention and removal of threats to the peace, and for the suppression of acts of aggression of other breaches of the peace, and to bring about by peaceful means, and in conformity with the principles of justice and international law, adjustment or settlement of international disputes or situations which might lead to a breach of the peace;

In artikel 1, lid 1, van de UN Charter wordt feitelijk gesteld dat het primaire doel van de VN het handhaven van internationale vrede en veiligheid is. Daarnaast dient de VN, als internationaal collectief, ook stappen te ondernemen om deze vrede en veiligheid te waarborgen. Maar tot op heden lijkt het er op dat de internationale gemeenschap niet klaar is voor een militaire interventie in Syrië. De reden hiervoor? Dat zijn er meerdere.

Het eerste punt dat een militaire interventie in Syrië tot noch toe ondermijnt is, zoals vaker, de samenstelling van de VN Veiligheidsraad. De verantwoordelijkheid van dit orgaan is het handhaven van vrede en veiligheid in de wereld. Deze raad bestaat uit 15 leden, waarvan vijf permanente: China, Engeland, Rusland, Frankrijk en de VS. Deze vijf permanente leden hebben, in tegenstelling tot de tien niet-permanente leden, een vetorecht. Vorig jaar bleek dit, in het geval van Syrië, te leiden tot een patstelling binnen de VN Veiligheidsraad. Door een veto van China en Rusland, die bondgenoten zijn van President Assad, werd een interventie uitgesloten.

Toen het in augustus van dit jaar duidelijk werd dat het Syrische regime gifgas had ingezet als wapen kwam de VN Veiligheidsraad opnieuw voor de vraag omtrent militaire interventie te staan. President Obama gaf toen aan dat het Syrische regime, door het inzetten van chemische wapens, een ‘rode lijn’ had overschreden en dat het de morele plicht was van de internationale gemeenschap om in te grijpen. Het Amerikaanse voorstel voor militaire interventie werd gesteund door Frankrijk en Engeland, die zich over het algemeen opstellen naast de Verenigde Staten. Maar, ook ditmaal lagen Rusland en China dwars binnen de VN Veiligheidsraad. Uiteindelijk, na een geniale diplomatieke zet van de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergey Lavrov, werd er besloten om niet militair in te grijpen maar om de chemische wapens van Syrië te ontmantelen. Wederom stond het Syrische volk in de kou.

Toch lijkt de VN niet geheel onwillig om een helpende hand te bieden in Syrië. In de aanloop naar de Vredesconferentie, heeft de VN alvast 6,5 miljard dollar gevraagd voor hulp aan de groeiende vluchtelingenstroom. De VN gaat er van uit dat het aantal vluchtelingen uit Syrie tegen het einde van 2014 zal verdubbelen tot meer dan 4 miljoen. Daarnaast heeft 75 procent van de Syrische bevolking op korte termijn voedselhulp nodig, ook hiervoor zal het geld gebruikt worden. Maar, deze financiële hulp is geen militaire interventie.

De tweede en voornaamste reden om militaire interventie te mijden, die steeds meer gevoerd wordt door de voornamelijk Westerse internationale gemeenschap, is de mosliminvloed onder de Syrische rebellen. Recent maakte rebellenleider Saddam al-Jammal middels een videoboodschap bekend het Vrije Syrische Leger te verlaten. Hij meldde dat hij zich vanaf heden zal aansluiten bij de Islamistische Staat Irak, een aan al-Qaida gelinkte islamistische organisatie. De Westerse mogendheden vrezen dat, wanneer Assad uit zijn zadel gedreven wordt, extremistische bewegingen zoals al-Qaida Syrië proberen te veranderen in een islamitische staat. Dit zou op zijn beurt weer kunnen leiden tot een toename van internationaal terrorisme, een grote vrees van de Westerse mogendheden.

Zoals hierboven vermeld zijn er dus enkele oorzaken voor het feit dat de internationale gemeenschap tot op heden niet heeft ingegrepen in Syrië. Ook al zijn dit reële problemen, hier heeft de Syrische bevolking weinig aan. Mijns inziens moet de internationale gemeenschap een ultimatum stellen voor de Syrische regering en de rebellen om tot een akkoord te komen. Wanneer zij hier niet in slagen, zie ik het als een morele plicht van de VN om een einde te maken aan de hostiliteiten. Wanneer de VN niet tot een besluit kan komen omtrent militaire interventie lijdt dit naar mijn weten tot zwaar gezichtsverlies. Het veiligstellen van internationale vrede en veiligheid is namelijk, gekeken naar artikel 1, lid 1, van de UN Charter de primaire taak van de VN.

Bron afbeelding: prayitnophotography

Hoeveel liefde voor dit artikel?
     0votes
Thanks! We zullen er meer liefde in stoppen.

Zonder vragen geen antwoorden!
Bij het WRM magazine onderzoeken we dagelijkse fenomenen waarvan we weten dat ze zo zijn, maar nog niet waarom ze zo zijn.

Alles over WRM? Magazine

Abonneer

Abonneer je nu op de WRM? Nieuwsbrief!