Waarom kunnen we een kaars uitblazen?

2 minuten

Hoe ouder je wordt, hoe groter de opgave. Idealiter blaas je alle kaarsen op je verjaardagstaart in één keer uit, al wordt dit steeds pittiger wordt naarmate er meer kaarsjes bijkomen. Maar WRM gaat een kaars eigenlijk uit als we ertegenaan blazen?

Bestanddelen van een kaars
Om deze vraag te beantwoorden, moeten we eerst even kijken naar wat een kaarsvlam precies is. Als een kaars wordt aangestoken met behulp van een warmtebron (zoals een lucifer), verhit deze het kaarsvet. Kaarsvet heeft een laag smeltpunt (probeer maar eens warm water van ongeveer 40 graden over kaarsvet te laten lopen) en wordt daarom snel vloeibaar. Het gesmolten kaarsvet druipt langs de lont omlaag en drenkt deze, waardoor de lont makkelijker ontvlamt. De ontstane vlam straalt weer nieuwe warmte uit, met als gevolg dat het kaarsvet gesmolten blijft. Dit zorgt ervoor dat de kaars nieuwe brandstof heeft, zodat de vlam kan blijven branden. Dit proces verloopt continu, zolang de kaars brandt is en het kaarsvet niet opraakt.

Een vlam heeft drie dingen nodig om te kunnen branden: brandstof, warmte en zuurstof. Het kaarsvet dient zoals gezegd als brandstof. De warmte wordt toegevoegd als de kaars wordt aangestoken met behulp van een lucifer of aansteker. De zuurstof, ten slotte, is afkomstig uit de lucht rondom de kaars, aangezien atmosferische lucht ook een hoog percentage zuurstof bevat. Wat we zien als vlam is een chemische verbinding in gasvorm, die zich om de lont heen vormt. De lont zelf brandt dus niet, alleen het gas eromheen.

Kaars uitblazen
Om een kaarsvlam te doven, moet een van de drie benodigdheden voor vuur worden verwijderd. Dit kan op verschillende manieren. Als je bijvoorbeeld een glas over een waxinelichtje zet, zal de vlam na een tijdje uitgaan omdat de zuurstof op is. Maar WRM gaat een kaars precies uit als ertegenaan wordt geblazen? In dat geval berust het uitdoven op het verwijderen van de brandstof en het verlagen van de temperatuur. Als je tegen de vlam aanblaast, blaas je als het ware het gas (de vlam) weg van de lont. Als je zachtjes tegen de vlam aanblaast, zie je al dat hij een beetje naar de andere kant beweegt. Doordat de vlam wordt weggeblazen, verliest hij contact met de lont (de brandstof). Daarbij is onze adem met ongeveer 38 graden ook een stuk kouder dan de vlam, die een temperatuur nodig heeft van 250 graden om te kunnen branden. De afkoeling zorgt er dus ook voor dat de vlam uitdooft.

Maar WRM werkt dat niet meer als het vuur groter is? Iedereen die weleens een kampvuur heeft gemaakt, weet dat je tegen het vuur aan moet blazen om de vlam te vergroten. In dat geval is de vlam simpelweg te groot om uit te blazen. Ook is de hoeveelheid brandstof groter, waardoor het brandende gas daar makkelijker mee in contact blijft. Hou dus voor de zekerheid een brandblusser bij de hand, voor het geval het vuur te groot wordt!

 

Hoeveel liefde voor dit artikel?
*****1vote
Thanks! We zullen er meer liefde in stoppen.

Zonder vragen geen antwoorden!
Bij het WRM magazine onderzoeken we dagelijkse fenomenen waarvan we weten dat ze zo zijn, maar nog niet waarom ze zo zijn.

Alles over WRM? Magazine

Abonneer

Abonneer je nu op de WRM? Nieuwsbrief!